“Wij hebben een hele innovatieve methode ontwikkeld om eiwitten uit zogeheten bijproducten te halen. Op het moment is er een eiwittransitie gaande, van dierlijk naar plantaardig. Dat ondersteunen wij volledig, wij zijn het er helemaal mee eens dat er minder dierlijk eiwit geconsumeerd moet worden. Maar feit is wel dat er nu nog best veel dierlijke eiwitten gegeten worden en melk wordt gedronken. Daar krijg je een hoop producten uit die niet genuttigd kunnen worden. Als maatschappij is het onze verantwoordelijkheid om die producten zo optimaal mogelijk toch geschikt te maken voor consumptie. Wat je onder andere met die eiwitten kan doen is het vleespercentage in vleeswaren omlaag brengen. Je kunt dan een worst maken met veel minder vlees erin, terwijl het toch naar vlees smaakt. Een beetje het idee van hybride vleeswaren. Binnen dit proces gebruiken wij bovendien CO2 als grondstof, wat betekent dat onze fabriek CO2 consumeert. Weliswaar een druppel op de gloeiende plaat wat betreft het CO2-probleem, maar het draagt wel bij aan een oplossing.”

“Wereldwijd zijn we niet de eerste, maar in Nederland wel. De manier waarop wij produceren is wel uniek in de hele wereld. De methode hebben we helemaal zelf ontwikkeld. We zijn in 2012 begonnen als een startup en zijn hard doorgegroeid.”

“In 2020 hebben we een nieuw procedé ontwikkeld, waardoor ons bedrijf nog verder kon groeien. We hebben een hogere toegevoegde waarde gevonden in wat je noemt, gehydrolyseerde eiwitten. Dat zijn eiwitten die door enzymen in stukjes geknipt zijn en dat is een vrij hoogwaardig product. Dat gaat in sportvoeding en in ziekenhuisvoeding en dat soort producten. Dat is waar we nu naartoe gaan. We hebben nog steeds de bestaande fabriek, maar hebben, met financiering door Fonds Nieuwe Doen, een nieuwe fabriek gebouwd. Daar passen we ook weer het concept van de CO2-consumptie toe, nog meer dan we al in de oude fabriek deden. Het is bovendien een procedé dat zich kenmerkt door een heel laag energieverbruik.”

“Gedeeltelijk huur ik dat in, zo werken we veel samen met de universiteit en hogescholen in het noorden. Ook doen we veel zelf. Ik heb een klein, maar heel gemotiveerd team dat ook gewoon thuis proeven doet. Dan word ik om 19:00 uur gebeld en zeggen ze: ‘Jacques, ik heb nou toch iets ontdekt!’. Heel leuk. Wat ik ook mooi vind is om mensen te laten doorgroeien. Zo waren we op zoek naar iemand die zich met kwaliteitsmanagement ging bezighouden. We hadden een meisje in dienst dat schoonmaakte en een soort MBO opleiding had gedaan. Dat meisje hebben we toen een lab cursus laten doen. Nu trekt ze de witte jas aan en is ze onze kwaliteitsmedewerker. Het is gewoon super leuk om zo iemand te laten doorgroeien.”

“DCP staat wereldwijd in the picture. In deze branche weet inmiddels iedereen wie wij zijn, terwijl de industrie wel echt gedomineerd werd door mastodonten. Daarbij hebben we inmiddels dertig mensen in dienst, waaronder statushouders. We huren veel mensen in, allemaal lokaal. Er zijn veel mensen die dankzij de fabriek in hun levensonderhoud kunnen voorzien, ook indirect. Onze nieuwe fabriek is grotendeels gebouwd door een constructeur uit Makkum, Friesland. We doen veel zaken met lokale partijen. Dat heeft waarde voor Groningen.”

“Voor een snelgroeiend, kapitaalintensief bedrijf zoals wij is de toegang tot de kapitaalmarkt best wel lastig. Fonds Nieuwe Doen heeft bij ons een substantieel deel gefinancierd. Dat neemt een deel van het risico weg, waardoor het ook makkelijker is om andere investeerders aan te trekken. Ik vind het dus een heel sympathieke geste van de provincie. Het contact met Fonds Nieuwe Doen is heel direct. Het verschilt niet heel veel van wat je moet op- en aanleveren voor een bank, maar dat vind ik ook terecht. Het is gemeenschapsgeld dus ik vind het prima om daar op die manier verantwoording over af te leggen.”