Naar hoofdinhoud

4 risico’s van niets doen

Het risico van niets doen

4 redenen waarom nu niet investeren in duurzaamheid je geld gaat kosten

Er wordt nog wel eens gedacht dat duurzaamheid een ‘linkse hobby’ is. Iets dat veel geld kost, een hoop gedoe veroorzaakt en financieel weinig oplevert. Dat is een misvatting. Want zelfs al heb je helemaal niets met de planeet, het klimaat of biodiversiteit, er zijn ook financieel gezien meer dan genoeg goede redenen om als onderneming te investeren in duurzaamheid. Dat heeft alles te maken met de (financiële) risico’s van niets doen. Hier zijn 4 gevaren van stilzitten.

1. Hogere operationele kosten 

Wie vandaag verduurzaamt, begint morgen al met het terugverdienen van de investering. Bedrijven die daarentegen niets doen en op dezelfde manier blijven werken, blijven zitten met dezelfde hoge kosten, die bovendien eerder zullen oplopen dan vanzelf afnemen. Dit leidt vanzelf tot netto hogere operationele kosten, minder winst en minder groeimogelijkheden. 

Een heel simpel voorbeeld is investeren in de energie-efficiëntie van gebouwen en machines. Doe je dit niet? Dan heb je simpelweg meer energie nodig om hetzelfde te doen, en valt de energierekening automatisch hoger uit. Een investering in het verduurzamen van je bedrijfspand betaalt zich gemiddeld bijvoorbeeld al binnen 5 jaar terug. Door naast betere isolatie ook in hernieuwbare energie (zonnepanelen, windturbines, aardwarmte-installaties) te investeren, ben je bovendien minder afhankelijk van de fluctuerende prijs van fossiele brandstoffen (zoals we nu zien met de gasprijzen) en CO2-belastingen. 

Wat geldt voor energie, geldt uiteraard ook voor grondstoffen. Door te blijven werken met producten en productieprocessen die meer grondstoffen nodig hebben dan die van de concurrent, maak je uiteindelijk veel meer kosten, en ga je het verliezen. Ook het blijven werken met vervuilende grondstoffen, in plaats van een schoner alternatief, zal uiteindelijk leiden tot hogere kosten, vanwege hogere schoonmaakkosten (de vervuiler betaalt) en heffingen.

2. Problemen met overheden en wetgeving

Extra belastingen op de inkoop van vervuilende grondstoffen en het uitstoten van CO2 zijn allesbehalve de enige problemen die je als ondernemer met de overheid krijgt als je niet meegaat in de duurzaamheidstransitie. Concreet moet vanaf 2023 ieder kantoor in Nederland (vanaf 100 m²) bijvoorbeeld minimaal Energielabel C hebben. Voldoet het gebouw hier niet aan? Dan kan je rekenen op een boete. 

Meer in het algemeen worden er in Brussel (en in wat minder mate in Den Haag) op dit moment in het kader van de Europese Green Deal tal van wetten voorbereid die ertoe moeten leiden dat we in 2030 met z’n allen 55 procent minder CO2 uitstoten. Door nu al te investeren in het duurzamer maken van je bedrijf, ben je straks dus klaar voor de nieuwe wetgeving. 

Ook op lokaal niveau hebben bedrijven die niet actief bezig zijn met duurzaamheid het moeilijker met de overheid dan bedrijven die dat wel zijn. Vergunningen worden bijvoorbeeld minder snel gegeven, terwijl je concurrent die subsidie wel krijgt, in combinatie met een groene subsidie.

3. Je klanten gaan naar de concurrent 

Niet investeren in duurzaamheid zal niet alleen leiden tot hogere kosten, maar waarschijnlijk ook tot minder omzet. De reden hiervoor is dat consumenten steeds vaker kiezen voor duurzaamheid, en bereid zijn meer te betalen voor duurzame producten. Zo vindt driekwart van de consumenten het belangrijk dat bedrijven bijdragen aan een beter milieu en een betere maatschappij in het algemeen. Voor ruim de helft van de consumenten is duurzaamheid inmiddels een factor bij hun keuze voor producten en merken. 

Werk je zelf niet direct voor consumenten, maar bestaan je klanten uit bedrijven, organisaties en/of overheidsinstellingen? Bedenk dan dat je klanten dit (indirect in ieder geval) wel doen, en dat jij voor hen een risico gaat vormen als je niet verantwoord onderneemt.

Wanneer jij dus niets doet, terwijl je concurrenten investeren in groene productiemethoden, maatschappelijk verantwoord inkopen, en circulaire verpakkingen (met groene keurmerken), is de kans groot dat een steeds groter deel van je klanten naar de concurrentie gaat. We hoeven je vast niet uit te leggen welke risico’s dit met zich meebrengt.

4. Je komt moeilijker aan investeerders

Niet alleen klanten zullen hun geld liever elders besteden als je niet verduurzaamt. Ook steeds meer investeerders kiezen er bewust voor hun geld te beleggen in bedrijven met oog voor duurzaamheid. Dat heeft deels te maken met een nieuwe generatie beleggers die het belangrijk vindt om bij te dragen aan een betere wereld, maar dat is zeker niet het hele verhaal. Het is namelijk ook zo dat beleggen in bedrijven die niet alleen focussen op winstmaximalisatie, maar ook letten op hun impact op het milieu en de maatschappij, gemiddeld genomen financieel meer oplevert dan beleggen in bedrijven die op dit gebied niets doen. Dit komt omdat duurzame ondernemingen op de langere termijn simpelweg beter presteren dan niet-duurzame bedrijven. Drie goede redenen hiervoor hebben we hierboven al genoemd. 

Door niets te doen op het gebied van duurzaamheid, zal het dus ook steeds lastiger worden om geld op te halen, en wordt het steeds moeilijker om nieuwe investeringen te doen. Wanneer je aan de andere kant juist aan de slag gaat met vergroenen, kan je straks makkelijker aan geld komen, tegen vaak betere voorwaarden. 

Speciaal voor Groningse ondernemers die niet stilzitten, maar verduurzamen en kansen grijpen, oftewel Nieuwe Doeners, bieden we met Fonds Nieuwe Doen bedrijfsleningen aan tegen aantrekkelijk voorwaarden. Meer weten? Kijk hier voor meer informatie.

Ok, ik wil meer weten over
het nieuwe doen

Fonds Nieuwe Doen Groningen gebruikt cookies om het bezoek voor jou nog makkelijker en persoonlijker te maken. Door verder gebruik te maken van deze website ga je hiermee akkoord.